Veel mensen hebben schulden, maar soms zijn de problemen onoplosbaar geworden. Een huis is met verlies verkocht, het inkomen is drastisch gedaald, een echtscheiding heeft zijn financiële sporen achtergelaten of een ondernemer die in zwaar weer verkeert.
De faillissementswet biedt een mogelijke oplossing voor degenen met problematische schulden. Als de gemeentelijke schuldhulp niet tot een akkoord komt met Uw schuldeisers kan een beroep worden gedaan op de wettelijke schuldsaneringsregeling of kortweg WSNP.
Toelating tot de regeling is echter geen verworven recht! U dient de rechter ervan te overtuigen dat U te goeder trouw bent ten aanzien van Uw schulden vijf jaar voorafgaand aan het verzoek tot toepassing WSNP. Uit ervaring blijkt dit een zware eis te zijn.
Recentelijk heeft de Hoge Raad echter een zeer interessante uitspraak gedaan. Degenen die hun zaakjes thans op orde hebben door blijk te geven van een daadwerkelijke gedragsverandering kunnen alsnog worden toegelaten tot de WSNP. Ondanks het feit dat zij schulden hebben die niet te goeder trouw zijn ontstaan.
Dit muizengaatje heet de hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 Faillissementswet. Lange tijd is men ervan uit gegaan dat de hardheidsclausule enkel sloeg op degenen met een verslavingsproblematiek of psychosociale problemen.
De Hoge Raad heeft nu besloten dat een rechtzaak over moet. Dit nu argumenten als het beëindigen van een onderneming, in loondienst werken en het actief hulp zoeken bij de oplossing van schulden ook redenen kunnen zijn voor toepassing van de hardheidsclausule. Het is nog even afwachten wat de nieuwe rechters in ’s-Hertogenbosch gaan beslissen, maar…
vol verwachting klopt ons hart!