Een faillissement is een gerechtelijk beslag op uw vermogen. Indien een onderneming of een persoon niet langer aan zijn/haar betalingsverplichtingen kan voldoen, spreekt de rechtbank het faillissement uit. De rechtbank stelt vervolgens een curator aan. De taak van de curator is in beginsel het te gelde maken van het vermogen van de schuldenaar, om de opbrengst daarna te verdelen onder de schuldeisers. Dit doet de curator door middel van het opstellen van een uitdelingslijst. Een uitdelingslijst is een lijst waarop onder andere het volgende staat vermeld: de persoonlijke situatie van de vennoten, de ontvangsten in het faillissement, de uitgaven in het faillissement, de activa (bezittingen) en passiva (schulden), de crediteuren en de omvang van de vorderingen, het bedrag dat aan de crediteuren/schuldeisers zal worden uitbetaald.
Rangorde schuldeisers
Er bestaat een bepaalde rangorde van schuldeisers. Als eerste worden de boedelvorderingen betaald. Boedelvorderingen zijn schulden die ontstaan in de periode van het faillissement (ook wel boedelschuld genoemd), zoals bijvoorbeeld de salariskosten van de curator. Als de boedelschulden zijn betaald, dan komen schuldeisers met een preferente vordering aan de beurt. Preferente schuldeisers zijn bijvoorbeeld: de Belastingdienst (loon- en omzetbelasting), UWV (loonvordering) en medewerkers van het failliete bedrijf die nog loon te goed hebben. Na de preferente vorderingen worden de concurrente vorderingen betaald. Dat zijn bijvoorbeeld openstaande facturen van leveranciers. Hoeveel een concurrente schuldeiser ontvangt, is afhankelijk van de hoogte van de vordering.
Wanneer de curator al zijn taken heeft afgerond (zoals de verkoop van alle bezittingen, het innen van de debiteuren en het verrichten van onderzoek naar het ontstaan van het faillissement) volgt de afwikkeling. De afwikkeling verschilt per geval. De afwikkeling is bijvoorbeeld afhankelijk van de hoogte van het bedrag dat de curator op de boedelrekening heeft kunnen verzamelen. Een voorbeeld van afwikkeling is de zogenaamde vereenvoudigde afwikkeling.
Vereenvoudigde afwikkeling
Wanneer de curator vaststelt dat er voldoende baten zijn om de boedelschulden en de preferente schuldeisers (gedeeltelijk) te voldoen, maar onvoldoende om een uitkering te doen aan de concurrente schuldeisers, kan hij de rechtbank verzoeken om een vereenvoudigde afwikkeling. De curator dient de schuldeisers van deze beslissing op de hoogte te brengen, zodat zij de mogelijkheid hebben om hiertegen verzet in te dienen. Nadat de termijn waarbinnen verzet kan worden ingediend is verstreken, stelt de curator een slotuitdelingslijst op. Ook deze slotuitdelingslijst moet de curator voor een periode van 10 dagen ter inzage leggen bij de rechtbank. Hierna eindigt het faillissement, ook in geval van een vereenvoudigde afwikkeling, door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst. De curator moet zodra de slotuitdelingslijst (of de enige uitdelingslijst) verbindend is geworden nog tot uitkering aan de schuldeisers overgaan (art. 192 van de Faillissementswet).
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of andere vragen omtrent het faillissement? Neem dan contact met ons op (043-3253960). Wij staan u graag te woord.