Partijen zijn op 30 maart 2022 een jaarcontract overeengekomen. Voornoemd contract zou per 1 mei 2022 ingaan. De nieuwe medewerkster zou de functie van “Dagbestedingscoach” gaan uitoefenen.
Bij het sluiten van het jaarcontract was de medewerkster ziek. Het zorgbedrijf was daarvan op de hoogte. Partijen wisten op dat moment echter nog niet dat de medewerkster terminaal ziek was. Na onderzoek op 12 april 2022 is bij haar een agressieve vorm van longkanker geconstateerd.
Daarna verliep het (telefonisch) contact tussen partijen via de echtgenoot van de medewerkster. Vanuit werkgeverskant is aan de echtgenoot van medewerkster telkens te kennen gegeven dat haar ziekte aanleiding was voor ontslag.
In de opzeggingsbrief van 28 april 2022 stond het volgende vermeld:
“De huidige situatie staat ons helaas niet toe een andere beslissing te nemen”.
De medewerkster heeft dit proeftijdontslag aangevochten. Zij stelde zich op het standpunt dat er sprake was van een discriminatoire opzegging. Uit de wet blijkt namelijk dat het verboden is om bij het beëindigen van een arbeidsverhouding onderscheid te maken op grond van handicap of chronische ziekte.
Het zorgbedrijf stelde dat zij überhaupt géén personeel in dienst had mogen nemen, omdat haar financiële situatie zéér slecht was. Het ontslag zou dus niet komen door haar ziekte.
De kantonrechter stelde vast dat het zorgbedrijf haar stellingen ter zake de gestelde dramatisch slechte financiële positie op geen enkele wijze had onderbouwd. Gelet hierop vond de kantonrechter het standpunt van het zorgbedrijf dan ook ongeloofwaardig. De kantonrechter zag dan ook verder géén aanleiding om op het bewijsaanbod van het zorgbedrijf in te gaan. Hiervoor had het zorgbedrijf (vanaf het moment van indiening van het verzoekschrift) al voldoende de tijd gehad.
Het opzeggen in strijd met de daarvoor geldende regels valt de werkgever ernstig aan te rekenen. Derhalve is sprake van ernstige verwijtbaarheid. Het zorgbedrijf werd dan ook veroordeeld tot het betalen van een billijke vergoeding aan werkneemster ter hoogte van € 33.000,00 bruto.
Kortom – voor de werkgever: denk niet te lichtvaardig over het geven van een proeftijdontslag.
Voor de werknemer: berust niet te snel in een proeftijdontslag. Ook al heeft u nog géén minuut voor uw (ex-)werkgever gewerkt.
Mocht u vragen hebben over dit onderwerp of hierover een geschil hebben, neem dan contact op met een van de specialisten bij Van Dijk C.S. Advocaten.