Een hamburgerzaak beginnen gaat niet zomaar
4 juli 2017

Een vader en zijn twee zonen hebben een behoorlijke kater overgehouden aan de onderhandelingen met Burger King om als franchiseondernemer aan de slag te gaan.

De drie eisen een vergoeding van de vennootschapsbelasting en misgelopen winst van de keten. Ze wilden na verkoop van hun supermarkt de winst herinvesteren in een Burger King franchise. Hiervoor dienden sollicitatiegesprekken, trainingen en beoordelingen te worden doorlopen en Burger King zou na dit traject beslissen over de franchiseovereenkomst.

Echter, na 9 maanden onderhandelen verkoopt Burger King zelf de onderneming en de nieuwe eigenaar laat de drie geïnteresseerden weten dat het traject van de baan is. De gemaakte kosten zijn voor het drietal aanleiding om een procedure te starten. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelt hen slechts gedeeltelijk in het gelijk. Er was nog geen opgewekt vertrouwen op het daadwerkelijk tot stand komen van de franchiseovereenkomst. Maar, Burger King had sneller moeten laten weten dat het traject gestopt zou worden. Burger King dient dan ook de twee maanden lang aan het lijntje houden te vergoeden.

Het leerstuk van de precontractuele fase is er een waar het vaak neerkomt op details die een zaak kunnen maken of breken. Bij Van Dijk c.s. Advocaten zijn we bekend met de overwegingen die daarmee gepaard gaan.

Dit artikel refereert aan  een zaak die liep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:3104