Een keukenassistent in het Laurentius Ziekenhuis had moeite met meer zelfstandigheid tijdens haar werkzaamheden in de keuken. Zij werkte 10 jaar lang zonder problemen als keukenhulp, echter de extra toebedeelde taken kreeg zij niet onder de knie.
De werkgever liet haar een capaciteitentest uitvoeren, de nieuwe opzet bleek te hoog te zijn gegrepen. Er volgde in overleg een overplaatsing naar de afwaskeuken, maar ook daar had zij moeite met de instructies en het werktempo.
Het ziekenhuis zag zich genoodzaakt om te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Kort daarna melde de medewerkster zich zich met spanningsklachten en problemen met haar voet. Twee maanden daarna werd zij hieraan geopereerd.
Na de operatie diende het ziekenhuis een ontbindingsverzoek in bij de rechtbank. De vrouw was ongeschikt voor het werk en dit had volgens het ziekenhuis niets te maken met haar operatie en ziekmelding.
De werkneemster verzette zich en verwees naar het opzegverbod tijdens ziekte. De kantonrechter dacht daar anders over en stelde vast dat er al veel langer werd gepraat over het (dis)functioneren van de vrouw. Haar gezondheid was volgens de rechter niet de reden dat ze het werk niet aankon. De arbeidsovereenkomst mocht worden ontbonden, dit onder toekenning van een transitievergoeding. De vrouw maakte eveneens aanspraak op een (hogere) billijke vergoeding, echter die eis werd afgewezen.
Sinds de invoering van het nieuwe arbeidsrecht in juli 2015 is dit rechtsgebied vol in ontwikkeling. Zowel voor de werkgever als de werknemer is derhalve belangrijk om zo vroeg mogelijk juridisch ondersteuning te krijgen bij een conflict. De advocaten van Van Dijk c.s. Advocaten zijn op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen en kennen de klappen van de zweep.
Dit artikel verwijt naar de volgende uitspraak van de Rechtbank Limburg:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2017:4373