Vaak wordt gedacht dat een overtreding van een burger op bijvoorbeeld gemeentelijk niveau niet meer kan worden aangepakt wanneer dit maar zo lang mogelijk wordt stilgezwegen.
Dat is een misvatting. Door verloop van tijd wordt een illegale situatie in beginsel niet opeens legaal. Handhaving door de overheid is dan nog altijd mogelijk. In die zin klopt de stelling dat verjaring in het bestuursrecht niet bestaat.
Toch speelt verjaring wel degelijk een rol bij het handhavend optreden door de overheid.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij het opleggen van een dwangsom, een bestuurlijke boete of een invorderingsbesluit.
De Algemene Wet Bestuursrecht bepaalt immers dat voor een dergelijke geldsom de gebruikelijke verjaringstermijn van 5 jaar geldt. Na voltooiing van de verjaring kan het bestuursorgaan zijn bevoegdheden tot aanmaning, verrekening en tot uitvaardiging en tenuitvoerlegging van een dwangbevel niet meer uitoefenen. Derhalve is het van belang dat door de overheid de verjaring ten aanzien daarvan tijdig wordt gestuit. Een recente uitspraak maakt duidelijk dat daarover nog wel eens discussie bestaat.
Ook gemeenten en overheid dienen dus bij het opleggen van dwangsommen en bestuurlijke boeten tijdig aanmaningen te blijven versturen, teneinde een de verjaringstermijn te stuiten. Gebeurt dit niet, dan wordt het risico gelopen dat de vordering is verjaard en het bestuursorgaan zijn bevoegdheden ten aanzien van die geldsom niet meer kan uitoefenen.
Mochten aan u dwangsommen of een bestuurlijke boete worden opgelegd over een langer tijdsbestek, let dan zelf goed op de verjaringstermijn.
Voor het eventueel aanvechten van een handhavingsbesluit en bestuursrechtelijk advies bent u bij Van Dijk c.s. Advocaten aan het goede adres.
ABRS, 05-09-2018, 201704346/1/A1 , ECLI:NL:RVS:2018:2920