Eén van de belangrijkste rechten die een verdachte tijdens het verhoor heeft is het zwijgrecht. Het zwijgrecht is wettelijk geregeld in artikel 29 lid 1 Wetboek van Strafvordering. Het zwijgrecht vloeit voort uit het beginsel dat een verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken.
Wanneer de verdachte gebruik maakt van zijn zwijgrecht, kan dit voordelen hebben. Het voordeel van gebruikmaking van het zwijgrecht is dat de verdachte geen bewijs tegen zichzelf creëert. Dit heeft tot gevolg dat, wanneer er geen ander bewijs is anders dan de verklaring van het slachtoffer, er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om het feit bewezen te verklaren. Wanneer er geen wettig en overtuigend bewijs is, bestaat de kans dat de rechter de verdachte zal vrij spreken. Tevens is het mogelijk dat de zaak überhaupt niet voor de rechter komt.
Is zwijgen daadwerkelijk goud? Nee. Soms is het ook nadelig om gebruik te maken van het zwijgrecht. Indien de verdachte is aangehouden en nog in voorarrest zit, kan het beroep op het zwijgrecht betekenen dat er voor politie en justitie een onderzoekgrond blijft bestaan met als gevolg hiervan het voorarrest langer duurt. Bovendien is het in sommige gevallen toch beter om te verklaren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er sprake is van zodanige feiten en omstandigheden waaruit afgeleid kan worden dat er overduidelijk sprake is van de betrokkenheid van de verdachte of wanneer er sprake is van een onschuldverweer.
Kortom, als verdachte heeft u het recht om te zwijgen. Wordt u verhoord als verdachte in een strafzaak? Neem dan contact op met een van onze ervaren strafrechtadvocaten om u bij te staan.