Een man parkeert zijn auto in het gebied voor betaald parkeren. In de gemeente Den Haag wordt gewerkt met een zogenaamde “scanauto” die registreert of een auto al dan niet geparkeerd staat terwijl er ook parkeergeld is betaald.
Nadat de man de auto had geparkeerd, was hij naar een parkeerautomaat gelopen en had hij een kaartje gekocht. Hij stelde zich op het standpunt dat de boete diende te worden kwijtgescholden. Uiteindelijk wordt geconstateerd, tot bij het Hof, dat de man helemaal niet naar de dichtstbijzijnde parkeerautomaat is gegaan. Er werd een parkeerautomaat gekozen die wel 300 meter verder van zijn auto aflag, terwijl er ook parkeerautomaten binnen tien meter stonden.
Een redelijke termijn moet altijd worden gegund om een parkeerkaartje te kunnen kopen, maar in dit geval is een tijdspanne van in totaal vijf minuten ruim voldoende voor het lopen naar een van de andere parkeerautomaat om parkeergeld te betalen. De boete blijft derhalve in stand.
Vindplaats: ECLI: NL: GHDHA: 2019: 2348