Ontslaggolf door de coronacrisis
20 april 2021

Steeds meer werkgevers maken aanspraak op de NOW-regeling. Inmiddels heeft het kabinet haar derde NOW-regeling in werking laten treden. De aanvraagperiode voor de NOW 3.3. voor werkgevers loopt van 6 mei 2021 tot en met 30 juni 2021.

Wij zien een trendbreuk plaatsvinden als het gaat om de gevolgen van ontslag voor werkgevers onder de nieuwe NOW 3.3. regeling. Onder de NOW 3.3. zijn er geen aanvullende gevolgen meer als de werkgever bij het UWV een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen indient.

Daarnaast zien wij dat de overheid een steeds lager wordende tegemoetkoming in de loonkosten doet. Met de versobering van de NOW 3.3. regeling zullen er bedrijven zijn die maatregelen moeten nemen om de financiële gevolgen van de coronacrisis voor hun bedrijf op te vangen.

Het Nederlands arbeidsrecht kent verschillende manieren waarop een arbeidsovereenkomst tot een eind kan komen. Eén daarvan is een ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Gelet op de economische gevolgen van de coronacrisis, is deze ontslaggrond de meest voorkomende reden voor ontslag. In dit artikel nemen wij u mee in het verloop en de beoordeling van deze ontslaggrond.

Ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische omstandigheden

Een ontslagaanvraag op bedrijfseconomische gronden is geregeld in artikel 7:669 lid 3 sub a van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang bezien met art. 7:671a van het Burgerlijk Wetboek. De werkgever kan via het UWV een ontslagaanvraag indienen. Hierbij zijn de navolgende drie vraagstukken van belang:

  1. Staat de bedrijfseconomische noodzaak voor het vervallen van arbeidsplaatsen vast?
  2. Is het afspiegelingsbeginsel, voor zover aan de orde, juist toegepast? Dit is de ontslagvolgorde die gaat over de vraag welke werknemer(s) als eerste voor ontslag moet(en) worden voorgedragen.
  3. Heeft de werkgever aan zijn herplaatsingsverplichting, al dan niet met behulp van scholing, voldaan?

Mocht het UWV de ontslagvergunning toekennen, dan kan de werkgever het dienstverband met zijn werknemer, met inachtneming van de opzegtermijn minus de proceduretijd, opzeggen. De werknemer kan eventueel een procedure bij de kantonrechter opstarten tot herstel van het dienstverband of ter verkrijging van een billijke vergoeding. Andersom kan de werkgever ook een procedure bij de kantonrechter opstarten op het moment dat het UWV de ontslagaanvraag heeft geweigerd.

Daarnaast geldt dat, indien de werkgever in een periode van drie maanden de arbeidsovereenkomst met 20 of meer werknemers, werkzaam in één werkgebied, doet eindigen, hij is gebonden aan de regels van de Wet melding collectief ontslag.

Samengevat

Kortom – de gevolgen van de NOW 3.3. regeling zullen naar onze verwachting leiden tot financieel zwaar weer bij sommige werkgevers. Dit betekent echter niet dat een beroep op de huidige financiële gevolgen door de coronacrisis altijd slaagt. Bovenstaand wettelijk kader is ook onder deze bijzondere omstandigheden van toepassing. Bij de eerste ontslaggolf heeft de rechtbank Limburg nog maar eens haarscherp bevestigd dat louter een beroep op de coronacrisis onvoldoende is om werknemers te ontslaan, zie daarvoor: ECLI:NL:RBLIM:2020:5193

Wordt u geconfronteerd met een ontslagaanvraag of hebt u een vaststellingsovereenkomst gekregen ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst? Neem dan gerust contact op met Van Dijk c.s. Advocaten.

Elke donderdag namiddag van 16.00 tot 18.00 uur houden wij bovendien gratis telefonisch spreekuur via 043-325 39 60. Onze specialisten op het gebied van het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht helpen u graag.